Sinds 29 april 2019 moet de werkgever die zijn werknemer ervan vrijstelt om zijn opzegtermijn te komen presteren, voldoen aan een nieuwe voorwaarde.
De jobsdeal brengt heel wat nieuwe maatregelen met zich mee, maar ook nieuwe verplichtingen waaraan de werkgever zich moet houden. Een van deze nieuwe verplichtingen betreft in het bijzonder de vrijstelling van arbeidsprestaties tijdens de opzegtermijn.
Wat is de vrijstelling van arbeidsprestaties tijdens de opzegtermijn?
Wanneer een werkgever besluit om zijn werknemer te ontslaan, dan heeft hij, behoudens uitzondering, de keuze uit twee opties:
-
de verbreking van de arbeidsovereenkomst met betaling van een verbrekingsvergoeding. Dan loopt de arbeidsovereenkomst onmiddellijk af en de werkgever betaalt een bedrag dat gelijk is aan de verloning die verschuldigd zou zijn geweest indien de werknemer de opzegtermijn gepresteerd zou hebben. Dit bedrag wordt onmiddellijk en in één keer betaald.
-
het ontslag met prestatie van een opzegtermijn. In dit geval komt de werknemer nog werken tijdens zijn opzegtermijn, in principe tot het contract afloopt.
De werkgever en de werknemer kunnen in deze tweede hypothese echter overeenkomen dat de werkgever niet meer komt werken en dus vrijgesteld wordt. Zijn contract blijft lopen tot het einde van de opzegtermijn en het loon wordt gewoon verder betaald, maar de werknemer moet niet komen werken. Opgelet, deze vrijstelling is enkel mogelijk mits uitdrukkelijk akkoord van de werkgever en de werknemer.
Wat is deze nieuwe verplichting voor de werkgever?
Wanneer de partijen een vrijstelling van arbeidsprestaties tijdens de opzegtermijn overeenkomen, dan is de werkgever voortaan verplicht om de werknemer schriftelijk te informeren dat deze laatste zich binnen de maand nadat de vrijstelling is toegekend moet inschrijven bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling van het gewest waar hij gedomicilieerd is. Om te beschikken over een afdoende bewijs van deze verplichting raden wij de werkgever aan om de werknemer een aangetekend schrijven te sturen of hem een document te laten ondertekenen.
Deze nieuwe verplichting voor de werkgever is van kracht sinds 29 april 2019.
Dit impliceert dus ook dat de werknemer in het geval van een vrijstelling van arbeidsprestaties tijdens de opzegtermijn voortaan verplicht is om zich in te schrijven bij de werkloosheidsdiensten nog voor zijn contract ten einde is. De bedoeling van de regering is de ontslagen werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.
In alle andere gevallen van ontslag - zonder vrijstelling van arbeidsprestaties tijdens de opzegtermijn - wordt de werknemer geïnformeerd via een nieuwe vermelding die door de RVA wordt toegevoegd op de C4-documenten. In deze laatste gevallen weegt er dus geen enkele specifieke verplichting op de werkgever.
Oorspronkelijk artikel : Acerta.be