‘Langer werken’ is al langer een thema in de arbeidsmarkt. Het ging al over werken na het pensioen, door de werkwillige gepensioneerde geformuleerd als ‘hoeveel mag ik bijverdienen bovenop mijn pensioen?’. Met de maatregel die de federale regering goedkeurde, gaat het over niets minder dan het verder opbouwen van het pensioen zelf ook na een volledige loopbaan.
Volledige loopbaan betekent niet meer einde loopbaan
De maatregel die op 23 november door het parlement werd goedgekeurd, beloont het uitstellen van het pensioen zelf. 45 jaar loopbaan hoeft niet meer het absolute einde van die loopbaan te betekenen. Naar de letter was dat eigenlijk al zo, mensen worden niet bij wet verplicht om met pensioen te gaan. Alleen, nog doorwerken werd de facto afgeraden: eenmaal een volledige loopbaan vervuld, was het hoe dan ook gedaan met het opbouwen van de pensioenrechten. Het wetsvoorstel maakt nu ook daarmee komaf. Volgens cijfers van het RSVZ zijn 800 zelfstandigen in 2016 met pensioen gegaan toen ze 45 jaren op de teller hadden staan; 500 anderen hadden zelfs meer dan 45 jaren gewerkt. “Als de maatregel in 2016 al zou bestaan hebben, zouden deze 500 zelfstandigen dus een extra pensioen gekregen hebben voor de jaren boven de 45. Voor de 800 anderen zou er een stimulans geweest zijn om nog een tijdje door te werken”, aldus Mieke Bruyninckx, domeinverantwoordelijke Legal van Acerta.
Maar de maatregel geldt uiteraard niet alleen voor deze groep van 1300. De vraag om door te werken of niet wordt – vroeg of laat – relevant voor alle zelfstandigen die het einde van hun loopbaan zien naderen. En ook voor werknemers, ambtenaren en personen met een gemengde loopbaan.
Waarom zou je willen doorwerken na je 65?
Ook met de huidige wetgeving is het al mogelijk om na je 65e door te werken,. “Er kunnen verschillende redenen zijn om dat te willen doen. Een daarvan is je pensioen. Niet iedereen heeft op zijn 65 alle rechten opgebouwd voor een volledig pensioen, daarvoor zou je op je 20e moeten zijn beginnen werken. Wie verder studeert bijvoorbeeld zit algauw aan 22 à 23 jaar om de loopbaan te starten en komt op 65 uit op 43/45 of 42/45. Werk je dan nog twee of drie jaar door, dan haal je toch 45/45. Voor alle jaren die je daarna nog zou werken, bleef de teller evenwel steken op 45/45. En voor de 65’ er die op 20 of vroeger is beginnen werken, was de mogelijkheid om het pensioen verder uit te bouwen zelfs onbestaande. Aan die demotiverende limiet om door te werken, maakt de nieuwe wet nu een einde”, aldus Mieke Bruyninckx.
Zelfstandigen mogelijks geïnteresseerd in later pensioen
Uit onderzoek door Acerta van gegevens uit de periode 2008-2014 van 15.873 zelfstandigen die tussen de leeftijd van 60 en 70 jaar met pensioen gingen, was onder andere al gebleken dat van de gepensioneerde zelfstandigen meer dan 50% na het pensioen doorwerkt: van de vrouwen het eerste jaar 51,25%, van de mannen 50,27%.
“Of dat nu komt omdat het wettelijke pensioen voor zelfstandigen meestal vrij laag ligt of omdat ze moeilijker afscheid kunnen nemen van hun klanten, of beide, laten we in het midden. Feit is dat langer werken voor nogal wat zelfstandigen een optie blijkt te zijn. Of zij hun pensioen verder voor zich zullen uitschuiven als de nieuwe wet er komt, zal blijken. Zij hebben in elk geval vanaf 1 januari 2019 de vrije keuze om dat al dan niet te doen”, aldus Mieke Bruyninckx.
Ook een opportuniteit voor werkgevers en werknemers
In principe hebben ook werknemers hun loopbaanplannen zelf in de hand. De arbeidsovereenkomst neemt niet automatisch een einde bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Wel hebben zowel de werkgever als de werknemer de mogelijkheid om tegen het bereiken van de pensioenleeftijd de arbeidsovereenkomst te beëindigen met een kortere opzeggingstermijn dan normaal.
Dirk Wijns, Director van Acerta licht toe: “Hebben werkgevers er zicht op voor wie van hun werknemers de nieuwe wet interessant kan zijn? Hebben ze al nagedacht over een beleid daaromtrent? Hoe zullen ze dat aanpakken? Veel vragen, maar tegelijk ook weer een aanleiding voor dialoog en ruimte om zelf een constructieve oplossing uit te werken. De breuklijn tussen werken en pensioen is alleszins weer wat minder scherp, de vrijheid voor de betrokkenen om die ruimte in te vullen weer wat groter.”
46/45 pensioen zal dus voortaan kunnen
In ons land krijg je een volledig pensioen na 14 040 gewerkte dagen of 45 loopbaanjaren (45/45 pensioen). Heb je op de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar maar 40 loopbaanjaren op de teller staan, dan wordt het reële pensioen volgens de breuk 40/45 berekend. Tot nu was het niet mogelijk om de aanpassing in de andere richting te doen: 46/45 voor wie 46 jaar heeft gewerkt enz. kon niet. Daar zal nu – vanaf 1 januari 2019 –verandering in komen.
Over het onderzoek
De analyse en vaststellingen gebeurden op basis van de gegevens van 15.873 zelfstandigen die tussen de leeftijd van 60 en 70 jaar met pensioen gingen. De dataset zelf dateert van de periode tussen 2008 en 2014 in combinatie met cijfers van RSVZ van 2016.
Auteur/organisatie : Acerta