De Kamer heeft op 25 januari, op initiatief van minister van Zelfstandigen Denis Ducarme, een wetsontwerp goedgekeurd dat van 16 november 2017 dateert en twee nieuwe maatregelen bevat ten voordele van de zelfstandigen. Deze maatregelen willen zorgen voor meer flexibiliteit bij de betaling van hun sociale bijdragen.
De eerste maatregel voegt vier nieuwe drempels toe voor de vermindering van de voorlopige bijdragen. Zij zullen ten goede komen aan alle zelfstandigen.
De tweede creëert een nieuwe minimumdrempel voor de sociale bijdragen van de beginnende zelfstandigen (de “starters”), of zij die zich in het eerste jaar van activiteit bevinden.
Met deze twee maatregelen zal de betaling van sociale bijdragen van de zelfstandigen beter overeenkomen met hun economische realiteit.
Vier nieuwe drempels voor de betaling van voorlopige bijdragen
De creatie van vier nieuwe bijdragedrempels is een zeer concreet antwoord op de moeilijkheden waarmee de zelfstandigen soms worden geconfronteerd.
Zoals we weten, moeten deze laatsten soms het hoofd bieden aan een inkomstendaling. Dat kan het gevolg zijn van het verlies van een deel van hun klanten, van nieuwe investeringen die zij moeten doen, van een moeilijkere periode voor hun zaken of nog van gezondheidsproblemen.
Tot dusver konden deze zelfstandigen een beroep doen op aanpassingsmechanismen die hen slechts een beperkte beweegruimte gaven.
Eens de daling van hun inkomsten aangetoond, moest deze daling er ook nog eens voor zorgen dat hun inkomsten onder de drempel zakten van 13.550,50 of van 27.101 euro. Het was enkel in deze twee gevallen dat zij dus konden genieten van een vermindering van hun voorlopige bijdragen, gebracht op het niveau van 20,5% van een van deze twee drempels in functie van het bedrag van hun inkomsten.
In deze regeling moesten de zelfstandigen die een daling zagen van hun inkomsten (bijvoorbeeld van 70.000 naar 35.000 euro of van 25.000 naar 15.000 euro) dus dezelfde voorlopige bijdragen blijven betalen, ook al waren die duidelijk te hoog ten aanzien van hun economische situatie! Dat kon de al kwetsbare situatie van bepaalde zelfstandigen zelfs nog erger maken.
Het ontwerp dat donderdag werd goedgekeurd, zal het mogelijk maken hen meer flexibiliteit te bieden. De vier nieuwe verminderingsdrempels zullen beschikbaar zijn met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018. De vier nieuwe beschikbare drempels zijn de volgende:
- 17.072,56 euro;
- 21.510,08 euro;
- 38.326,61 euro;
- 54.202,01 euro.
De beginnende zelfstandigen en de stagiairs van de vrije beroepen ondersteunen
De tweede maatregel die donderdag werd goedgekeurd, creëert bovendien een nieuwe minimumdrempel voor de sociale bijdragen van de beginnende zelfstandigen (de “starters”). Het gaat om zelfstandigen die zich bevinden in het eerste jaar van activiteit.
Deze maatregel zal het dus mogelijk maken een duwtje in de rug te geven van diegenen die nog twijfelen om als ondernemer aan de slag te gaan. We weten, bijvoorbeeld, dat de eerste maanden economisch bijzonder moeilijk kunnen zijn in sommige sectoren. Dat is bijvoorbeeld het geval van de zelfstandigen die een activiteit starten in de handels- of dienstensector. Maar dat geldt ook voor de jonge advocaten of architecten. Hun inkomsten zijn immers zeer laag wanneer zij hun stageperiode aanvatten.
Concreet zal de inkomstendrempel die dienst doet als basis voor de berekening van de definitieve minimumbijdrage van de “startende” zelfstandigen zakken naar 6.997,55 euro (bedrag 2018) tegen 13.550,50 euro momenteel. Daarnaast zal de beginnende zelfstandige van wie de netto-beroepsinkomsten lager zullen zijn dan 13.550,50 euro voortaan een verminderde voorlopige kwartaalbijdrage kunnen betalen van minimaal 358,62 euro in plaats van 694,46 euro momenteel.
We schatten dat elk jaar meer dan 10.000 zelfstandigen zouden moeten genieten van deze maatregel. Deze zal in werking treden op 1 april 2018. Hij zal van toepassing zijn op elke zelfstandige die zich in het tweede kwartaal van 2018 in het eerste tot het vierde kwartaal van activiteit bevindt. Hij zal hen in staat stellen het gewicht van hun sociale lasten voor het eerste jaar van activiteit te verlichten tot een bedrag van 1.343,36 euro per jaar (111,95 euro per maand).